SV | En Ik zal haar, die hinkende was, maken tot een overblijfsel, en haar die verre henen verstoten was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg Sions, van nu aan tot in eeuwigheid. |
WLC | וְשַׂמְתִּ֤י אֶת־הַצֹּֽלֵעָה֙ לִשְׁאֵרִ֔ית וְהַנַּהֲלָאָ֖ה לְגֹ֣וי עָצ֑וּם וּמָלַ֨ךְ יְהוָ֤ה עֲלֵיהֶם֙ בְּהַ֣ר צִיֹּ֔ון מֵעַתָּ֖ה וְעַד־עֹולָֽם׃ פ |
Trans. | wəśamətî ’eṯ-haṣṣōlē‘â lišə’ērîṯ wəhannahălā’â ləḡwōy ‘āṣûm ûmālaḵə JHWH ‘ălêhem bəhar ṣîywōn mē‘atâ wə‘aḏ-‘wōlām: |
En Ik zal haar, die hinkende was, maken tot een overblijfsel, en haar die verre henen verstoten was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg Sions, van nu aan tot in eeuwigheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Ik zal haar, die hinkende was, maken tot een overblijfsel, en haar die verre henen verstoten was, tot een machtig volk; en de HEERE zal Koning over hen zijn op den berg Sions, van nu aan tot in eeuwigheid.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!